CT scan

De CT scan (CT = Computer Tomography) maakt gebruik van Röntgen stralen. Röntgen stralen zijn in 1895 ontdekt door Professor Wilhelm Roentgen en hebben de eigenschap dat ze door het lichaam heen kunnen dringen en dat ze door de verschillende weefsels in het lichaam in verschillende mate worden geabsorbeerd. Vervolgens worden de stralen die door het lichaam heen zijn gegaan door een film geabsorbeerd waarna een foto ontwikkeld kan worden. Hiermee werd een afbeeldingstechniek ontwikkeld waar de CT scan ook gebruik van maakt.

Een CT scan is een rond apparaat waar de patiënt in geschoven wordt. Een stralenprojector en detector cirkelen om de patient heen, en er worden vervolgens ‘plakken’ van het lichaam gemaakt. De radioloog bekijkt deze foto’s en beoordeeld de eventuele afwijkingen die gevonden worden. Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten, en de patiënt voelt er niets van. Er worden tijdens het onderzoek meerdere series foto's gemaakt.

In sommige gevallen is een CT scan niet voldoende om onderscheid te maken tussen verschillende aandoeningen en kan een MRI scan gemaakt worden.

donorlever
Voorbeeld van een CT-scanner
ct-scan-lever
Voorbeeld CT scan normale lever

Wat u ziet is een dwarsdoorsnede door het lichaam. De onderkant van het plaatje is de rug, en u ziet een ruggewervel. De bovenkant is de buikzijde. U moet het zich voorstellen alsof u van de onderkant tegen het doorgesneden lichaam aankijkt en dan is de linkerkant van het plaatje de rechterkant van het lichaam. Het grote orgaan wat nu links op het plaatje te zien is, is de lever. De witte structuur in het midden is een van de grote bloedvaten van de lever.